Ook proficiat. Maar ik goddank ik was er. Precies op tijd door van die dingen die bekend zijn onder termen zoals, toeval, geluk, goede karma. Ik heb in ieder geval al mijn goede karmapunten die ik mijn hele leven heb opgespaard in een zenuwslopende middag verspeeld. Man man man.
Mocht je mijn vorige verhaaltje hebben gelezen, dan wist je dat ik haast had tijdens het schrijven gezien ik naar het vliegveld moest om een vlucht te pakken naar Budapest. Mocht je dat nog niet hebben gelezen, ga dat dan als de sodemieter even doen ja. In ieder geval, terug naar die middag, de manier waarop die middag verlopen is, is wel weer een verhaaltje waard.
Ik had de hele dag uitgekiend en gepland op zeshonderd papiertjes. Treinkaartjes van en naar het vliegveld, alles georganiseerd en gefixed. Alles verliep dan ook super smooth en uiteindelijk stond ik aan het einde van de middag met mijn goede gedrag twee uur van te voren op het vliegveld. Eerst nog even rustig toiletteren en vervolgens wil ik met mijn boarding pass de poortjes openen om naar de douane te gaan, gaan die verrekte poortjes niet open. ‘Ja, wacht eens mag ik uw boarding pass even zien madame? Aja dat is Brussel Charleroi.’ Maar op dat moment stond ik op Brussel Nationaal vliegveld. Kent u die aflevering van Roy Donders?
Koekwauze daar in Bels. Zèèn echt dom hor.
En ik had ondertussen nog anderhalf uur voordat de gate sloot, niet wetende dat de afstand tussen Brussel Nationaal en Brussel Charleroi zo’n 72 kilometer is. Niet wetende dat er voornamelijk in Brussel Frans wordt gesproken. Wel wetende dat mijn Frans behoorlijk is verpauperd in de afgelopen paar jaar.
Ôoh, gift nog mar ’n worstenbrôôjke vur de stress!
Dat werd dus rennen naar de eerstvolgende trein naar Brussel Zuid. Een fantastische stoptrein werd dat, yes. Eenmaal aangekomen op Brussel Zuid kreeg ik de briljante tip om de shuttlebus te nemen, maar uiteraard kon ik die niet vinden. Achteraf maar goed ook, want zo’n touringcar is sloom als Berta 43 en daarbij kwam ook nog eens dat het zes uur in de namiddag was a.k.a spitsuur. Niet dat mijn back-up plan wel van snelle kwaliteit was, want ja spitsuur. Maar na tien minuten als een kip zonder kop te hadden rond gerend op het station besloot ik een taxi te nemen. Ik vroeg de beste monsieur hoeveel dat dan ging kosten.
Charleroi is 150, maar for you is 140 mevrouw.
Waarop ik antwoordde.
Djes.
Sure, dacht ik. Wat een grappenmaker is het toch. Maar de taxi meneer was een ongelofelijke eindbaas en stelde mij gerust dat ik op tijd op het vliegveld ging geraken en dingen. De taxi reed, dat was ook heel fijn. Het was nog steeds spitsuur, dat wel. De nodige denkbeeldige worstenbroodjes gingen daarom ook gestaag naar binnen zal maar zeggen.
Tien minuten voordat de gate sloot kwam ik aan op het vliegveld, maar ja ik moest nog de douane door. En ik moest nog betalen, en toen bleek dat de taxi meneer toch niet zo een grappenmaker was. 140 euro’s handje contantje nog snel uit de flappentap gehaald op het vliegveld, Daardoor kreeg ik wel het heldere idee dat het nodig tijd was om een kredietkaartje aan te vragen bij meneer ABN Amro. You win some, you loose some. Of andersom. Of beter vergeet dit maar gewoon.
Daarna was het weer tijd om als een kip zonder kop naar de douane te rennen en prijs de heer het was daar niet druk. Na mijn onvolledige kippenkostuum uit en daarna weer aan te hebben getrokken trok ik mijn laatste sprintje naar de gate.
18.20 uur en de gate ging sluiten. Althans, volgens het tijdschema. Maar ja, Wizz Air zou Wizz Air niet zijn als ze toch nog niet waren geland in Brussel. Voor niks door half België voor lul gerend in dat onvolledige kippenkostuum. Aber, ik had het gehaald en ik kon wel janken. Wat bijna letterlijk gebeurde toen ik vanuit het vliegtuigraampje Budapest volledig verlicht zag.
Wat is dat toch meaui, wat heb ik toch een heimwee. Gelukkig is dat nu wel weer een beetje minder want ik had een paar dagen dit.
Welkom in onze wijngaard. Papa en Mama super dankjewel voor de heerlijke dagen daar.